Natuurgeneeskunde in de geschiedenis

Natuurgeneeskunde in de Steentijd

In de Cueva del Sidon grot in Spanje lagen de resten van een van onze voorouders, een neanderthaler, die tussen de 50.600 - 47.300 jaar oud zijn. Bewijs heeft aangetoond dat ze zelf medicatie toedienden met planten, zeer bekende planten die je misschien wel in je tuin hebt staan, de planten zijn duizendblad en kamille. Deze planten hebben geen voedingswaarde en zijn ook erg bitter. Het bewijs toont waarschijnlijk aan dat de Neanderthalers in die grotten de planten gebruikte voor medicinaal gebruik en ze dus bezig waren met natuurgeneeskunde. Duizendblad is een krachtige, wondhelende plant die in oude en moderne tijden wordt gebruikt voor huidproblemen, om het bloeden te stelpen, bij blauwe plekken en kan gebruikt worden bij de behandeling van infectie of bij koorts en wordt gezien als een EHBO kruid. Kamille wordt gebruikt om vele gezondheidsproblemen te behandelen maar het wordt vooral gebruikt voor zijn rustgevende werking, pijnverlichting en slaapopwekkende werking, ook kan het gebruikt worden voor spijsverteringsproblemen of koorts. Omdat deze kruiden door neanderthalers gebruikt werden in de steentijd waar niet geschreven werd, kunnen we er niet zeker van zijn dat deze kruiden gebruikt werden voor medicinale doeleinden. De neanderthalers kunnen deze kruiden op verschillende manieren in hun systeem gekregen hebben, waaronder door het eten van grazende dieren die de planten aten. 

Lees meer »